-
1 Name
Name〈m.; Namens, Namen〉2 (goede) naam ⇒ reputatie, faam♦voorbeelden:〈informeel; schertsend〉 mein Name ist Hase, ich weiß von nichts • mijn naam is haas, ik weet van nietsdas Auto ist auf den Namen, unter dem Namen seines Vaters gemeldet • de auto staat op naam van zijn vaderim Namen des Gesetzes, des Königs • in naam der wet, des Koningsin jemandes Namen • namens iemand〈 informeel〉 in Gottes Namen! • in godsnaam!ein Mann mit Namen Karl • iemand die Karl heet, genoemd Karljemanden nur dem Namen nach kennen • iemand alleen van naam kennenunter falschem Namen • onder een valse naamseinen Namen nicht zu etwas hergeben • zich niet voor iets lenen -
2 concours
concours [kõkoer]〈m.〉3 medewerking ⇒ steun, samenwerking♦voorbeelden:1 concours hippique • springconcours, concours hippiquehors concours • buiten mededingingconcours général •〈vergelijkend examen tussen de beste leerlingen van middelbare scholen in Frankrijk〉apporter, prêter son concours à qc. • aan iets meewerkenavec le concours de qn. • met iemands medewerkingm1) wedstrijd2) samenwerking, steun3) toeloop, samenloop -
3 avec le concours de qn.
-
4 für etwas nur seinen Namen hergeben
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > für etwas nur seinen Namen hergeben
-
5 participer
participer (à) [paartiesiepee]〈 werkwoord〉1 deelnemen (aan, in) ⇒ meewerken (aan)2 deel hebben (aan, in) ⇒ aandeel hebben (aan), delen (in)♦voorbeelden:¶ 〈 formeel〉 le mulet participe de l'âne et du cheval • een muilezel heeft iets van een ezel en iets van een paardv(à)1) deelnemen (aan, in)2) delen (in) -
6 Pate
Pate〈m.; Paten, Paten〉♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 bei etwas Pate stehen • aan de totstandkoming van iets meewerken, voor iets medebepalend zijn -
7 bei etwas Pate stehen
aan de totstandkoming van iets meewerken, voor iets medebepalend zijn
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский